Met nog 30 dagen te gaan, verklaar ik 2020 het jaar van de verdwaalde woorden.
***********
Wat belangrijk voor me is.
Ik kijk omlaag en wijs naar de tekst op mijn vale t-shirt, precies over mijn boobies.
‘If you’re not angry, you’re not paying attention’
Of ik wel oplet.
Ik let op. Tot janken toe.
Alleen: ik sta allang niet meer op die zeepkist.
Begrijp me niet verkeerd, ik wil over alles wel in de pen klimmen, maar ik ben zo moe.
De pandemie heeft me zeeën van tijd geschonken; met alles wat er gebeurt in de wereld had ik ellenlange pamfletten kunnen vullen.
Maar de woorden vinden me niet.
Elke dag open ik een blanco document en begin ik te tikken. Onaffe zinnen, halverwege gewist. Omdat de woorden weigeren iets wezenlijks te zeggen.
Ze zwepen niet op.
Ze schuren niet.
Ze dwingen niet tot luisteren.
Beroeren niet.
De woorden zijn die kamer zonder gordijnen, zonder tapijt op de vloer. Hol. Leeg.
De woorden zijn die haard met opgestapelde hout erin maar je hebt geen lucifer om het aan te steken. Ze knetteren niet.
De woorden zijn ook moe.
Elke dag klik ik, na zo’n 67 gewiste nietszeggende zinnen, het schreeuwend lege document weer weg en open ik mijn eerste YouTubescherm voor die dag. Er zullen nog honderden volgen.
Zoekwoorden dringen zich aan me op.
Ik heb amper kans om het ene in te typen in de zoekbalk, het andere staat al tegen mijn vingers aan te trappen: zoek mij, kijk mij, huil om mij, lach om mij.
Kitten ziet zichzelf in spiegel.
Congolese wedding dances.
Promposals.
Meisje van 9 drumt met Dave Grohl.
Get ready with me.
Mookbangs.
Vol overgave duik ik mijn zelf gecreëerde fabeltjesfuik in.
En als ik uren later me een weg naar buiten baan, langs de cute grumpy babies, stand up comedy specials en asmr filmpjes, wacht het nieuws van acht uur.
(Afgelopen jaar heb ik best veel schrijfuren gemaakt, maar niks is af. Is niet erg, ik schrijf gewoon door. Bovenstaand is een van die onaffe teksten. Misschien krijgt het een einde. Misschien ook niet. Schrijf ik wel iets anders.)
Comments