Ik stop er mee. Dat zei nonkel tegen tante. Ik heb het van horen zeggen, want ik was er niet bij. En zo duidelijk als het hier staat geschreven, heeft het vast niet geklonken. Want nonkel kan niet meer praten.
Nonkel heeft namelijk A.L.S. Wat er op neer komt dat zijn spieren het stuk voor stuk laten afweten. Eerst in zijn ene been. Dan in de andere. Hij kan niet meer goed lopen. Dus komt er een rollator. Hij kan helemaal niet lopen. En er komt een rolstoel. Rechtop zitten gaat niet meer. Dan maar liggen. In de tot slaapkamer omgebouwde garage. Ademhalen gaat niet meer vanzelf. Enters de BIPAP. Om hem te helpen ademen. We zijn dan zes jaar verder.
Elke keer iets opgeven. Elke keer weer aanpassen aan de omstandigheid. Hij kan niet meer bewegen, alleen zijn hoofd nog. Nonkel gaat door. Wat moet hij anders? Ook als hij een bacteriële infectie krijgt dat hem in de geïsoleerde omgeving op de IC doet terechtkomen. Niet wetend of hij het haalt. Dat doet hij. En zegt hij, ik wil naar huis. Terug naar zijn bed in de garage. Terug naar zijn vrouw. Zijn kinderen. Zijn honden. Zijn familie en goede vriend leren hoe ze hem thuis moeten verzorgen; zijn longen moeten regelmatig worden schoongemaakt. Dus kan nonkel naar huis. Maar hoe lang nog? Dat kan hem niets schelen. Als hij maar thuis is.
Ondertussen kan hij ook niet meer praten. Frustrerend. Maar met behulp van een bord met letters en een computer kan nonkel kenbaar maken wat hij wil. En hij wil niet veel. Lijkt het. Hij kijkt tv in zijn bed, in zijn garage. En verder, laat hem zijn.
Vorige week waren we er nog. Gelukkig nieuw jaar wensen. Zo hoort dat in het Zeeuw-Vlaamse/Belse land. Paar flesjes Duvel meegebracht. Want daar geniet hij nog een beetje van. Een week later, gisteren, worden we gebeld. Nonkel wil niet meer. Hij heeft een nacht goed nagedacht en geconstateerd: hij kan niets meer, eten en drinken, waar hij nog een beetje van kon genieten, gaat niet meer, het is tijd om te stoppen. Niet geheel een verrassing want hij had bij de diagnose A.L.S. al aangegeven: ik wil geen plant worden. En toch is het onverwacht. Deze beslissing. Maar Nonkel is vastbesloten. En dus worden de maatregelen getroffen. De dokter komt langs. De familie neemt afscheid. Nonkel krijgt morfine.
Hij stopt er mee. En wij? Wij houden wacht. Tot het zo ver is …
Comments